Het buiten-de-deur-eten blijft toenemen, wat de conjunctuur ook doet. Vooral jongeren tot 36 jaar hebben weinig trek in zelf koken. Circa 30% van hen at het afgelopen jaar één keer per week buiten de deur, tegen 10% van de vijftigplussers.
Dat blijkt uit onderzoek van het FoodService Instituut Nederland (FSIN). Jongeren besteedden gemiddeld € 19,42 aan een maaltijd, tegen € 30,66 voor babyboomers. Ook het buiten de deur ontbijten krijgt steeds meer voet aan de grond in Nederland. Van de millennials ontbijt een op de vijf minimaal één keer in de week buiten de deur. Buiten de deur dineren is terug op het niveau van voor de crisis. Toen ging 18% van de Nederlanders minimaal één keer per week uit eten. Dat percentage zakte in de crisis naar 13.
De markt voor buitenshuis eten en drinken is al jaren een groeimarkt. Ook het afgelopen jaar nam de omzet toe, met 4,5% tot bijna € 21 mrd. Daarmee heeft het een marktaandeel van ruim 36% op de totale markt voor voedings- en genotmiddelen. Deze markt steeg het afgelopen jaar met 2,1% tot bijna € 57 mrd.
Naast de horeca profiteren ook de supermarkten,, speciaalzaken en de foodservice-bedrijven van de groei van de buitenshuisconsumptie. Het belangrijkste motief voor de buitenshuisconsumptie is gemak. Dat vertaalt zich ook in een groei van het thuisbezorgen. De omzet in dit marktsegment nam afgelopen jaar met 18% toe tot € 710 mln. Ook de bezorgmarkt vanuit de horeca groeide, met 11% tot € 990 mln.
De hongerige Nederlander kan ook uit steeds meer restaurants kiezen. In 2016 is het aantal restaurants met 5% gestegen, zo blijkt uit gegevens van Datlinq, dat cijfers bijhoudt over de horeca.
Bron: FD
